Stefaan (42) kreeg na láng wachten een zoontje met zijn man: “Het is niet onmogelijk”

Stefan Westerlinck (42) baat samen met zijn man Kevin Ricciolini (37) een foodbar uit in Oostende. Twee jaar geleden kregen ze een zoontje via draagmoederschap.

“Ze zei: ‘Ge doet het. Dat gaat lukken. En wij zullen helpen.’ Als je moeder zoiets zegt, heb je geen second opinion meer nodig.”

Stefan: “Kevin en ik werden een koppel in 2002. Aanvankelijk waren we helemaal niet bezig met kinderen krijgen, we waren al blij dat we als homokoppel min of meer aanvaard werden in de maatschappij. Dat is niet altijd zo evident geweest. Maar op een bepaald moment voelden we toch ergens een gemis en begonnen we stilaan te denken aan adoptie. We lieten ons informeren over de procedure maar kwamen snel terug van een kale reis. Misschien is de wetgeving inmiddels veranderd, maar op dat moment was er geen enkel land ter wereld dat kinderen laat adopteren door een homokoppel. We moesten dus wachten op een Belgisch kindje, maar werden meteen gewaarschuwd dat we zeker tien jaar op de wachtlijst zouden staan. Dat gevoel was allesbehalve prettig, maar de grootste afknapper voor mij persoonlijk was dat we twee jaar les zouden moeten volgen over ouderschap. Eender welk heterokoppel kan een kind op de wereld zetten zonder cursus, waarom zouden wij dat dan niet kunnen?”

“Het plan werd naar de achtergrond verschoven. Totdat we op een avond toevallig een bevriend koppel tegenkwamen. Ze waren enorm gehaast, want ze moesten meteen het vliegtuig op: hun draagmoeder in Mexico stond op het punt te bevallen van hun kind. We hebben nauwelijks tien minuten gebabbeld, maar nadien keken Kevin en ik elkaar aan en voelden we opnieuw hoop. De optie van een draagmoeder hadden we nog nooit overwogen. Ik voelde meteen het verlangen terug opborrelen, maar ook twijfel. Kevin en ik runden samen een restaurant, zou het praktisch en financieel wel haalbaar zijn? De wetgeving rond draagmoederschap is in ons land zeer flou, dus moesten we wel uitwijken naar de VS, waar commercieel draagmoederschap zeer goed geregeld is. Helaas kost de hele procedure net zoveel als een klein appartement. Ik belde mijn moeder en vroeg of ze die avond nog langs kon komen. Ik legde het dilemma voor en ze luisterde aandachtig. Ze zei: ‘Ge doet het. Dat gaat lukken. En wij zullen helpen.’ Als je moeder zoiets zegt, heb je geen second opinion meer nodig. Ik was innerlijk gerustgesteld. Dat heeft grotendeels de doorslag gegeven om ja te zeggen tegen dit avontuur.”

“Na een heleboel administratieve rompslomp en vertragingen, werden we eindelijk gekoppeld aan een geschikte draagmoeder. Natuurlijk rees toen ook de vraag wie van ons twee de zaaddonor zou worden. We wilden het allebei heel graag, maar ik had het gevoel dat het voor Kevin nog een klein beetje belangrijker was dat hij zijn genen kon doorgeven. Dat was prima, ik stemde daarmee in. Want vader zijn is niet louter biologisch: voor een kind zorgen en het grootbrengen is net zo goed ‘vaderschap’. Omdat we absoluut aanwezig wilden zijn bij de bevalling, besloten we drie weken voor de uitgerekende datum af te reizen naar de VS. Daarna zouden we nog twee weken acclimatiseren met de baby voordat we terugkeerden naar België. Om het risico te minimaliseren dat draagmoeders zich aan het kindje hechten, gebeurt de geboorte nooit natuurlijk, maar met een keizersnede. Toen ik onze zoon eindelijk op mijn borst kon leggen, voelde ik me meteen vader. Zo’n overweldigend, mooi gevoel had ik nog nooit ervaren. Echt heel ontroerend. Kevin en ik mochten daarna nog 24 uur in het ziekenhuis blijven. We hadden een kamer met twee bedden en daartussen een wiegje. Heerlijk. En weet je wat frappant was? We hebben geen enkel moment het gevoel gekregen dat het ‘raar’ was, twee papa’s met een baby. Geen enkele verpleegster, geen enkele dokter die ervan opkeek. We voelden ons perfect aanvaard en normaal.”

“De volgende twee weken verbleven we met Rocco in een AirBnB, waar we in onze kleine cocon aan elkaar konden wennen. Dat was een heel intieme, warme periode waar ik met veel plezier aan terugdenk. We hebben echt genoten van elk moment. Ik zou het iedereen kunnen aanraden, om na de bevalling niet te veel bezoek te aanvaarden en in alle rust samen te zijn met je baby. Toen we uiteindelijk terugkeerden naar België, brak een nieuwe periode aan: Rocco werd voorgesteld aan onze familie en vrienden, het leven met een kind kon beginnen. Uiteindelijk valt het heel goed mee. Alle praktische bezwaren zijn opgelost. We verruilden ons restaurant voor een foodbar, waarin we niet altijd allebei tegelijk aanwezig moeten zijn. We wonen nu in een appartement erboven, zo hebben we genoeg tijd om voor onze zoon te zorgen. ‘s Avonds staat de babyfoon in de bar. We hebben ook veel geluk met Rocco, het is een heel braaf en gemakkelijk kindje. Ik zou zo een tweede willen, maar dat is financieel niet haalbaar. Als heterokoppel heb je dat probleem natuurlijk niet: je denkt aan een kind en binnen het jaar kan het al geboren zijn zonder al te veel gedoe. Je hebt geen geld, papieren en contracten nodig. Maar ik wil toch benadrukken dat Rocco wel degelijk een echte liefdesbaby is. We merken nu ook dat andere koppels met een kinderwens graag met ons komen praten, ze hechten veel belang aan onze ervaringen. Het belangrijkste advies dat ik hen kan geven? Het is niet onmogelijk.”