Op zoek naar veerkracht

Gaat veerkracht over sterk zijn?
Is het iets dat je hebt of bent?
Wanneer veerde jij in het verleden recht na een tegenslag?

Het leven zit vol uitdagingen, kleine en grote. Die vragen soms veel van ons.

Ondanks alle uitdagingen en de stress die erbij hoort, blijven de meeste mensen relatief goed functioneren. Ze tonen hun ‘veerkracht’. Veerkracht zegt iets over hoe sterk je je voelt bij moeilijkheden en tegenslagen en hoe je je vervolgens probeert aan te passen aan die veranderde situatie.

Veerkrachtig zijn betekent dat je op zoek kunt gaan naar manieren die voor jou werken om je goed in je vel te blijven voelen tijdens moeilijke momenten.

Meer weten?

Wat is veerkracht?

Veerkrachtig zijn wil niet zeggen dat je niets voelt of nergens last van hebt. Veerkracht gaat over het vermogen om terug te veren na tegenslagen en je aan te passen aan stress of aan (ingrijpende) negatieve ervaringen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat heel wat mensen de draad weer oppakken nadat ze geconfronteerd werden met een moeilijke situatie. Meer nog: door met moeilijkheden om te gaan bouwen we net veerkracht op.

Vergelijk het met een springveer: komt er gewicht op? Dan kan je veer meebuigen en krachtig terugveren. Maar soms is dat gewicht te zwaar. Als je bijvoorbeeld een heel heftige ervaring/trauma meemaakt of wanneer een tegenslag (hoe klein ook) de ‘druppel’ is. In die gevallen kost het je veel meer moeite om terug te veren of blijft je veer zelfs ingedrukt.

Na een uitgebreid literatuuronderzoek kwamen we met de volgende definitie van Veerkracht:

Veerkracht is het proces waarin iemand zich op een positieve manier aanpast aan stress of tegenslag die hem of haar potentieel uit evenwicht brengt, en waardoor het functioneren en het mentale welbevinden behouden of herwonnen wordt. Dit proces komt tot stand door op een effectieve manier persoonlijke hulpbronnen en hulpbronnen uit de omgeving te mobiliseren.


Hoe werkt veerkracht?

Veerkracht kan je dus niet los zien van een tegenslag. Die tegenslag zet het veerkrachtproces net in gang.
Dit proces kent verschillende fases:

  1. De tegenslag
    Door deze tegenslag wordt je uit balans gebracht.
    De kans bestaat dat hierdoor je functioneren wordt aangetast. Kort gezegd: dat je je niet meer zo goed voelt, de dingen niet meer lukken, het je niet meer gaat, het bergaf gaat.
  2. Een kantelpunt
    Dit kan je zien als een dieptepunt of dal. Je zakt dus niet meer verder weg (op vlak van functioneren). Zie het als het laagste punt van de letter V.
  3. Herstel
    Je functioneren stijgt weer, het gaat weer bergop.
  4. Veerkracht
    Het einde van het proces.
    We spreken over veerkracht wanneer het functioneren op hetzelfde niveau of zelfs hoger is (!) dan voor de tegenslag.
Soorten veerkracht

In het geval dat een veerkrachtproces plaatsvindt, zijn er 3 mogelijke vormen:

  1. De moeilijke gebeurtenis heeft nauwelijks impact op je functioneren of hoe het met je gaat. Je veerkracht heeft je dus beschermd.
  2. De moeilijke gebeurtenis heeft impact, maar na het proces functioneer je weer zoals tevoren. Je veert dus terug.
  3. De moeilijke gebeurtenis heeft impact, maar na het proces functioneer je beter dan tevoren. Er is dus sprake van groei.

Het is geen wedstrijd!
De ene vorm is dus niet beter dan de andere.

Het is geen wedstrijd, deel 2!
Je kan je eigen veerkracht niet vergelijken met deze van een ander. Het vergelijkingspunt is namelijk je eigen functioneren voor en na de tegenslag (en niet dat van een ander). Zelfs al is het functioneren van de ander hoger op ’t einde van de rit, kan je niet zeggen dat diens veerkracht hoger is. Klinkt dat wat complex? Dat is het ook… Voor de liefhebbers: hier lees je er meer over.

Hoe vergroot je jouw veerkracht?

Er zijn enkele factoren die bijdragen tot je veerkrachtproces.
We noemen dit je hulpbronnen. Deze kunnen intern of extern zijn.

Interne hulpbronnen gaan over vaardigheden waar je zelf over beschikt. Je kan het een beetje zien als een gereedschapskist: welke tools zitten er in je kist? En weet je welk gereedschap je best kiest om met moeilijkheden om te gaan? Enkele opties:

  • Communiceren: Durf je te praten over wat er in je omgaat of krop je jouw problemen en emoties op?
  • Omgaan met problemen: Pak jij problemen aan, loop je ervan weg of doe je liever alsof er niets aan de hand is?
  • Problemen of kansen zien: Denk je bij een probleem alleen aan alles wat misloopt en dat het voor jou nooit goed loopt of zie je een probleem eerder als een uitdaging?
  • Ontspannen: Heb je goede manieren gevonden om stoom af te laten of laat je de spanning opstapelen?
  • Positief denken: Geloof je dat uiteindelijk alles wel op zijn pootjes valt of kijk je negatief naar de toekomst?

Externe hulpbronnen gaan over zaken buiten jezelf. Denk aan mensen die je steunen, toegang tot hulp, …

Je veerkrachtproces versterken (of ten hulp schieten) betekent dus inzetten op deze 2 soorten hulpbronnen.
Op geluksdriehoek.be vind je alvast heel wat oefeningen die je helpen om je hulpbronnen te versteken.

Hoe ga je om met moeilijkheden?

De verschillende vaardigheden (gedachten en gedragingen) die jij stelt om met problemen of moeilijkheden om te gaan noemen we coping (uit het Engels: 'To Cope with' = omgaan met).

Het lijkt misschien alsof je moeilijkheden vanzelf op een bepaalde manier aanpakt, alsof je er zelf niets aan kan doen. Of misschien kies je altijd opnieuw voor dezelfde strategie? Door daar meer vat op te krijgen en er bewust bij stil te staan, zal je alsmaar beter worden in het kiezen van de juiste vaardigheid en hier flexibel mee kunnen omgaan.

Sommige manieren zijn namelijk beter dan andere.
Betere manieren om met een probleem om te gaan:

  • er effectief iets aan doen, het probleem aanpakken;
  • steun zoeken bij vrienden, familie …;
  • ontspanning zoeken;
  • je gevoelens uiten;
  • jezelf troosten met de gedachte dat alles op zijn pootjes terechtkomt;
  • op een andere manier naar de oorzaak van het probleem kijken.

Minder goede manieren om een probleem aan te pakken:

  • doen alsof er geen probleem is;
  • piekeren en blijven piekeren; het niet afreageren: niet praten, niet ontspannen;
  • niet in jezelf geloven, niet geloven dat je het kan oplossen;
  • naar alcohol, sigaretten of andere middelen grijpen.

Merk je bij jezelf op dat je steeds vaker of te veel naar middelen grijpt wanneer je ergens mee zit? Test je (kennis over je) gebruik op Druglijn.be. Of wil je graag stoppen met roken? Tabakstop.be helpt je op weg.

We maken ook een onderscheid tussen probleemgerichte en emotiegerichte coping:

  • Probleemgerichte coping
    Dit verwijst naar alle inspanningen die je doet om een probleem op te lossen. Je doet daadwerkelijk iets, je onderneemt actie.

Probleemgerichte coping pas je het best toe als je iets aan het probleem kan doen. Voorbeeld: je hebt ruzie of een meningsverschil met een familielid. Je gaat naar de persoon toe om alles uit te praten en een oplossing te zoeken voor het probleem.

  • Emotiegerichte coping
    Bij emotiegerichte coping probeer je controle te krijgen over de emoties die gepaard gaan met het probleem. Soms zijn er dingen die je verdrietig of boos maken. Je probeert die te veranderen, te aanvaarden en/of je past je aan de nieuwe situatie aan.

Emotiegerichte coping pas je het best toe als je geconfronteerd wordt met een probleem waar je niets aan kan veranderen. Bijvoorbeeld iemand verliezen waarvan je houdt. In die gevallen probeer je best om te gaan met je emoties, en te aanvaarden wat is.

Oefening geeft vertrouwen

Als we je zouden vragen hoe je op dit moment met een bepaald probleem zou omgaan is de kans groot dat je eens in je haren krabt en dat er een lange stilte valt met daarna een “Goh…”
Maar als we vragen of je meestal om kan gaan met moeilijkheden zeg je misschien wel onmiddellijk “ja”.

Betekent dit dan dat je jezelf overschat en dat je toch minder gereedschappen hebt dan je denkt?
Zeker niet!

Veerkrachtig zijn betekent niet dat je op élk moment van de dag élk probleem aankan. Waar het wél om gaat, is dat je vertrouwen hebt in je eigen vaardigheden, in je eigen gereedschapskist. Dat je erop vertrouwt dat, wanneer er zich iets voordoet, je daarmee om zal kunnen gaan omdat je én goede gereedschappen hebt én je (meestal) weet welke te kiezen. Lees meer over levenslessen van Pipi Langkous in het thema zelfvertrouwen.
Door te oefenen kan je andere en betere gereedschappen (of manieren om met problemen om te gaan) toevoegen aan je gereedschapskist (of al je vaardigheden) én kan je beter beslissen welke manier het beste werkt voor welke specifieke situatie.

Maar wees mild voor jezelf: zelfs de beste klusser gebruikt soms de verkeerde schroevendraaier.

Iemand anders helpen?

Ben je bezorgd om iemand in je omgeving? Wil je weten hoe je iemand kan ondersteunen om zich goed te voelen? Ontdek hier wat je kan doen.